79 hoogleraren uiten hun zorg over het gebrek aan visie van kabinet
Het huidige kabinet hecht geen waarde aan een zorgvuldig natuurbeleid. Bij een financiële crisis mag een proportionele bijdrage van het natuurbeheer aan de bezuinigingen worden verwacht. De huidige plannen gaan een dergelijke bezuiniging echter ver te boven. Bovendien worden nu politieke keuzes gemaakt die tenminste 20 jaar consistent beleid radicaal ombuigen, en toekomstige ontwikkelingen blokkeren als het financieel weer beter gaat. De voorgenomen bezuinigingen betreffen 300 miljoen op een oorspronkelijk budget van 500 miljoen, ofwel 60 procent. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving zal dit leiden tot een forse verslechtering van de kwaliteit van onze natuur en de leefomstandigheden van beschermde dier- en plantensoorten. 79 hoogleraren maken zich dermate grote zorgen over deze ontwikkeling, dat zij een open brief hebben geschreven die door de drie initiatiefnemers tijdens een persconferentie in Nieuwspoort op vrijdag 15 april zal worden toegelicht. Die drie initiatiefnemers zijn prof. Han Olff (Rijksuniversiteit Groningen), prof. Rien Aerts (Vrije Universiteit Amsterdam) en prof. Frank Berendse (Wageningen University).
In hun open brief betogen de 79 hoogleraren dat de draconische bezuinigingen op zeer korte termijn de teloorgang zullen betekenen van wat in vele decennia is opgebouwd. Daarbij gaat het niet alleen om kapitaalvernietiging, het schenden van internationale afspraken en een verder verlies van biodiversiteit. Het gaat óók, en misschien wel voor alles, om een verslechtering van de leefomgeving voor mensen, bijvoorbeeld vanwege de negatieve gevolgen voor gezondheid, economie en recreatie. Bezuinigingen en verkeerde keuzes op korte termijn zullen leiden tot grote problemen op langere termijn: penny wise, pound foolish. Natuur vereist nu eenmaal een aanpak op een langere termijn dan die van een kabinetsperiode. Ter vergelijking: een kabinet kan ook niet besluiten de dijken van ons land de komende jaren niet te onderhouden. Dat zou immers leiden tot veranderingen die onomkeerbaar zijn.
De hoogleraren hebben, als onafhankelijke deskundigen, vooral problemen met het feit dat de voorgenomen bezuinigingen en keuzes niet stoelen op een doordachte visie op natuur, een stevige wetenschappelijke onderbouwing en een zorgvuldige maatschappelijke afweging. Zij pleiten daarom voor het ontwikkelen van een echte langetermijnvisie op de kwetsbare natuur in ons land, een visie op de kwaliteit van de leefomgeving voor zowel planten en dieren als mensen, een visie gericht op de toekomst van de inrichting van ons land. Juist op grond van een duidelijke en goed onderbouwde visie zou het kabinet bestuurlijk én maatschappelijk draagvlak kunnen ontwikkelen voor veranderingen in een tijd van beperkte middelen. Zo'n visie moet leiden tot nieuwe impulsen en een duurzame koers. Voorafgaand aan het debat in de Tweede Kamer op 20 april over het natuurbeleid dragen de hoogleraren in hun open brief alvast de bouwstenen aan voor zo'n visie. Tijdens de persconferentie, waar alle belangstellenden voor worden uitgenodigd, zullen zij dit toelichten.