Brief aan de staatssecretaris van Economische Zaken

Ir. Wil Lases houdt zich al jaren bezig met waterveiligheid en natuur.
Hij heeft zijn zienswijzen als deskundig ingenieur ingebracht bij het plan voor het ontpolderen van de Hedwige Polder in Zeeland toen dit document ter visie lag. Omdat hij niet bij die polder woont, is hij zogenaamd niet direct belanghebbende.
Deze deskundige zienswijze van Wil Lases, is niet integraal goed verstaan door de ambtenaren op het ministerie en op onbehoorlijke wijze terzijde geschoven, terwijl Wil Lases, als burger van dit land, en gediplomeerd deskundige zijn menselijke ethiek en zijn beroepsethiek gestand deed.

Vaststelling rijksinpassingsplan Hedwigepolder;

Nota van beantwoording zienswijzen;

Integrale samenwerking waterbouwkunde en ecologie voor natuurherstel.

 

Tiel, 5 maart 2014.

Geachte mevrouw Dijksma,

Wrong is wrong, even if everybody is wrong about it. (G.K. Chesterton)

 

De onderwaterzetting van de Hedwigepolder levert geen bijdrage aan natuurherstel van de Westerschelde, hoe zeer uw ministerie ook aan die positieve bijdrage wenst vast te houden. Uw ministerie blijft wegkijken van de Westerschelde.

Voor mij staat geen beroep open naar de Raad van State in het kader van het rijksinpassingsplan Hedwigepolder. Ik val niet onder de term direct belanghebbende, zoals bijna alle indieners van zienswijzen dat ook niet zijn. De beantwoording van mijn zienswijze is beneden alle peil. Ik kan de beantwoording slechts voor kennisgeving aannemen. Daarmee stopt mijn kennisinbreng in dit proces. Er speelt echter een groot algemeen belang.

Het feit blijft, dat op fysische gronden, projecten zoals de Hedwigepolder geen bijdrage leveren aan natuurherstel van de zeearm Westerschelde en dat de Westerschelde gewoon verder achteruit gaat. Zelfs aan het stoppen van die achteruitgang wordt met dit natuurbeleid niets gedaan. Resultaten van studies, die de bouwstenen daartoe leveren, zoals die van de Vlaams Nederlandse Schelde Commissie worden in de nota van beantwoording buiten de orde geplaatst. Twee wezenlijke bouwstenen. Het rijksinpassingsplan stelt als reden voor uitbreiding van estuariene natuur:

(-) Verdwijning van het meergeulenstelsel en kanaalvorming van de Westerschelde.

N.B. Treedt met de huidige configuratie niet op vanwege de asymmetrie van het getij.

(-) De Westerschelde is te nauw

N.B. Integendeel de Westerschelde is te ruim en wordt steeds ruimer.

o Anders zou de Noordzee geen sediment leveren.

o Het verlies aan sediment (bodemmateriaal) is veel groter door zandwinning en de veel te wijd gemaakte Zeeschelde.

o Het getijwater Westerschelde heeft het kenmerk van een zeearm. Het is geen rivier.

Verdiepen en ontpolderen met afgraven is extra ruimte maken voor de zee en is een vorm van zelf-ondermijnend gedrag. Langzaam maar zeker.

In de Scheldeverdragen komt het begrip natuurherstel niet voor. Dat is van later datum. De drijvende kracht voor de natuurherstelopgave Westerschelde is de vakafdeling natuur van uw ministerie. De regie vanuit deze vakafdeling is steeds gevoerd vanuit een dominante en alles bepalende positie van de ecologische/biologische discipline. Dat lijkt logisch, maar is het niet. Het gaat primair om het gedrag van de Westerschelde en om de negatieve effecten, die menselijk ingrijpen op dat gedrag heeft. Deze resulteren in veranderingen van de biologische ontwikkeling. Niet andersom. De oorspronkelijke definitie van estuariene natuuri sluit aan bij deze benadering. Terecht is aandacht gevraagd voor de negatieve biologische effecten daarvan. Analyse van de gedragsveranderingen en mogelijke maatregelen om terug te keren naar een natuurlijke ontwikkeling van de Westerschelde is bij uitstek de discipline van de waterbouwkundige/waterloopkundige. Door deze discipline niet (gedegen) in dit proces in te zetten, kon het gebeuren dat het natuurherstelbeleid verkeerd is opgezet. Men heeft zich verloren in oppervlakte denken, terwijl de Westerschelde veel meer is dan dat. Primair spelen de verdiepingsrondes.

De vakafdeling beschouwt het verlies aan estuariene oppervlakte in bepaalde periodes. Het wordt uit zijn verband en uit de tijd getrokken. Er had ook geschreven kunnen worden, dat in de laatste veertig jaar er geen verlies aan estuariene oppervlakte is opgetreden. Integendeel er is 100 ha van het Sieperdaschor bij gekomen. In deze periode is de Vogel- en Habitatrichtlijn van kracht geworden. Vanaf dat moment geldt het beginsel van instandhouding.

Als het ministerie terug grijpt op bepaalde oppervlakte verliezen in historische tijden, dan hoort daar ook die ondiepere bodemligging bij en die stromingssituatie en lichtere verziltingsopbouw. Het gaat om één natuurlijk pakket. Niet alleen de eigen krent er uit pikken.

Dit beleid leidt niet tot natuurherstel van de Westerschelde. Het is opmerkelijk dat alleen het deel Westerschelde van het getijwater de status van Natura-2000 kent en de Zeeschelde niet. Het is dan ook hoogst merkwaardig, dat de natuurpostzegel Hedwigepolder, die nog gedrukt moet worden, al een voorlopige bescherming in het kader van Natura-2000 krijgt. Waar is de realiteitszin en waar is men bang voor?

Met klem pleit ik voor een intensieve samenwerking van de waterbouwkunde en de ecologie, in een juiste positionering van die disciplines, om te komen tot een evenwichtig natuurherstelbeleid. Hoe langer daarmee gewacht wordt, hoe meer speelruimte de zee door onze ingrepen krijgt, hoe eerder een kering in de monding van de Westerschelde noodzakelijk wordt.

Hoogachtend,

w.g. Ir W.B.P.M. Lases,

Waterbouwkundige; kennis op het gebied van getij- en zout/zoetbeweging, alsmede van de historische ontwikkeling van de Westerschelde en Zeeuws-Vlaanderen.

Bijlage: www.waterforum.net Plannen Westerschelde missen historisch perspectief.

cc.: de vaste Tweede Kamercommissie voor Economische Zaken

i Definitie van estuariene natuur: “Door de estuariene dynamiek (=de natuurlijke bewegingen in een estuarium) ontstaan vele gradiënten (=geleidelijke overgangen). Van diep naar ondiep, van droog naar nat, van zoet naar zout en van zand naar klei. Deze overgangen gecombineerd met de dynamiek van getij en rivierafvoer zorgen voor een grote variatie in leefomstandigheden van planten en dieren. Deze kunnen worden samengevat onder de term “estuariene natuur”.