Lieve Maria,
Lucas 1, 26-56 – 18 december 2011 – Terborg
(Ds. Arja Oude Kotte-de Boon)
Lieve Maria,
Van huis uit ben ik niet zo gewend om tegen je te praten,
maar deze week las ik jouw verhaal weer
en dat maakte opnieuw diepe indruk op me.
En zijn zoveel dingen die me verwonderen
in die geschiedenis die Lucas over jou schrijft.
Daarover wil ik graag eens wat tegen je aan praten. Terwijl de wereldgeschiedenis zich rondom jou voltrok,
schreef God zijn geschiedenis – in het verborgene van jouw leven.
Terwijl jouw volk gebukt ging onder het juk van de Romeinse overheersing, geschiedde het…………..
Inmiddels heb ik begrepen dat
als de bijbelschrijvers vertellen dat er iets ‘geschiedde’
God in actie komt,
dat Hij dan bezig is vanuit zijn hoge hemel
hier op onze aarde geschiedenis te schrijven.
In jouw leven geschiedde het dat er onverwacht een engel verscheen.
In het donker van de tijd stond jij ineens in een stralend licht.
De eeuwen door – lang nadat jij hier op aarde leefde –
hebben kunstenaars dit moment proberen te verbeelden.
In gedachten zie ik de ets van Rembrandt voor me
waarin hij jouw ontzetting en verwarring weergeeft
met een veelheid aan opgewonden lijnen.
Hij tekent te engel met brede vleugels,
die hij liefdevol boven je uitspreidt als een beschermend dak.
Een zegenend gebaar.
Een engel!……….
In onze tijd zijn er ook mensen die zeggen engelen te zien.
Ik weet daar niet zoveel van, maar ik wil hen wel geloven,
want zoiets bedenk je toch niet zomaar…
Maar zelf heb ik die ervaring nooit gehad….
Althans, niet een engel die zo stralend vanuit de hemel voor me stond.
Er zijn gelukkig wel andere engelen in mijn leven……..
mensen die mij iets van God doorgeven,
meestal zonder het zelf te beseffen.
Aan jou verscheen dus de aartsengel Gabriël.
Wat klonken de woorden liefdevol waarmee hij je gerust stelde
en je angst wegnam: “Wees niet bang, Maria!”
Wist je als kind van het volk Israël
dat diezelfde woorden de eeuwen door geklonken hebben,
als God zich met een boodschap tot zijn mensen richtte?
Tot Abraham werd het gezegd, en tegen Mozes,
Zacharias en zoveel anderen.
Daarover kunnen wij in de bijbel lezen.
Dat boek, dat wij samen met jouw volk delen;
die kostbare erfenis die jullie de wereld hebben nagelaten.
Van jullie geloof hebben wij geleerd dat,
wanneer God mensen opzoekt en een opdracht voor hen heeft,
zij allereerst van hun angst en bezorgdheid worden verlost.
Dan klinken de woorden: “Vrees niet!,……… Vrede zij met u…….. Shalom! “
Die woorden zijn ook voor ons een kostbaar geloofsgoed geworden.
Van veel mensen in mijn omgeving weet ik
dat zij zich die woorden in hun geloofsbagage met zich meedragen
en zich herinneren op momenten
waarop het leven moeilijk is en angst aanjaagt.
Wij hoeven ook niet te vrezen…….
Jullie God is immers ook onze God,
dat is wat wij dankzij jouw kind hebben geleerd.
Zijn Vader is ook onze Vader,
een God die een ieder nabij wil zijn die Hem zoekt!
Maar nu loop ik wat op de dingen vooruit.
Wat was je ontdaan van die boodschap die Gabriël je kwam brengen!
Dat juist jij door God gekozen werd
om de moeder te worden van de beloofde Koning
waarop jouw volk al zo lang wachtte,
die Zoon van de Allerhoogste genoemd zou worden.
Was het niet de droom van iedere joodse vrouw
om de moeder te worden van deze Gezalfde, deze Messias ?
Jij was begenadigd;
jij mocht het grootste geschenk dat God de wereld te bieden had,
in je gaan dragen!
De goedheid en liefde van God voor de wereld zou in jou mens worden………
In jou wilde God een nieuw begin maken…….!
Wat is er allemaal in je omgegaan toen je dit hoorde?
Heb je er aan gedacht hoe Jozef zou reageren?
Of hoe je vriendinnen naar je zouden kijken?
Was je niet bang voor de praatjes van de buren?
Voelde je je echt wel begenadigd, zoals de engel zei?
Wat is dat eigenlijk – ‘begenadigd zijn’?
Toch niet alleen maar opperste gelukzaligheid!
Dat heb je zelf wel ervaren, dertig jaar later,
toen je stond onder het kruis van Golgotha,
waar jouw kind, als een misdadiger stierf.
Een zwaard ging er door je ziel……….
‘Begenadigd zijn’ kan dus ook heel moeilijk zijn,
verdriet met zich meebrengen;
het is soms ondraaglijk en kan het uiterste van je vragen.
Maar in Nazareth wist je daar nog niets van, denk ik.
Wat me diep raakt, Maria,
is de wijze waarop je je vol vertrouwen overgaf aan God.
Je stelde je leven open voor Hem,
maakte jezelf tot zijn instrument.
Je laat God in jou zijn werk doen.
En jouw overgave aan zijn wil,
maakt zo dat het onmogelijke mogelijk wordt:
God gaat de wereld redden!
Hij wordt mens met de mensen.
Begint daarmee heel klein, met een kind,
in het verborgene van jouw lichaam.
Jij maakt plaats voor Hem –
stelt jezelf ter beschikking en zegt heel eenvoudig:
“Mij geschiede naar uw woord!,
De Heer wil ik dienen:
laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.”
Wat had je een onbegrensd vertrouwen in God,
dat je je leven zomaar in zijn hand durfde leggen;
Zijn stem durfde volgen.
In onze tijd, Maria, klinken er zoveel stemmen.
Er is zoveel lawaai om ons heen.
Een kakofonie van meningen, alles door elkaar.
Een heksenketel aan geluiden……..
Zou daarin ook ergens de stem van God opklinken?
Misschien moeten we daarvoor vaker de stilte zoeken,
de stilte van de binnenkamer, zoals Rembrandt jou afbeeldt.
Rustig en stil, dicht bij jezelf.
Lucas vertelt ons
dat de boodschap van de engel gepaard ging met de komst van de Heilige Geest. Die nam bezit van jouw leven.
Die overschaduwde je – als de vleugels van de engel -
en maakte je vol van genade.
Je lichaam zou worden gevuld met het nog ongeboren kind Jezus;
je geest was al vervuld van Gods geest.
Hoe voelt dat, Maria, vol zijn van de Heilige Geest?
Het stemde je in elk geval vol vreugde en stille verwondering.
Je was er zó vol van
dat je je geluk en je geheim moest delen met een andere vrouw.
Iemand die jou begreep.
Elisabeth, die in dezelfde omstandigheden verkeerde als jij.
Zij droeg ook nieuw leven in zich:
een leven dat menselijkerwijs gesproken ook niet mogelijk was.
Het moet geweldig voor je geweest zijn, Maria, om Elisabeth te ontmoeten.
Jullie droegen allebei een heel bijzonder kind bij je:
Elisabeth in haar ouderdom en jij in je jeugd.
Allebei aangekondigd door een engel.
En dan die namen die jullie je kinderen moesten geven.
Zo vol betekenis en belofte voor de toekomst.
Johannes – God is genadig! En Jezus – God redt!
In die namen gaat de volheid van Gods mysterie schuil.
Daarin klinkt het verhaal door dat Hij bezig is te schrijven.
Wat was Elisabeth blij toen jij haar begroette.
Vijf maanden had ze zich voor de buitenwereld verborgen gehouden
en nu kon ook zij eindelijk over haar geheim praten.
Heb je het gemerkt, Maria, dat er een vonk oversprong tussen jullie beiden?
De vonk van Gods Heilige Geest?!
De Geest die jou reeds overschaduwd had,
vervulde nu ook Elisabeth, en zette haar in vuur en vlam.
Zo bezield door die Geest, prijst ze jou zalig.
De oude vrouw erkent in jou, de jongere, haar meerdere,
de moeder van haar Heer.
Alweer die wonderlijk omgekeerde wereld bij God.
“Gezegend ben je, Maria, en gezegend is de vrucht van je schoot!”
Die woorden van Elisabeth – zo oprecht uitgesproken –
brachten jou tot een loflied.
Vervuld van de liefde van God, je geheim delend met Elisabeth,
begon je te profeteren.
Je jubelt het uit. Je prijst God om wat je ten deel is gevallen.
Jij – Maria – de verloofde van een timmerman,
onbekend en onaanzienlijk in de ogen van de mensen.
Juist jij wordt door God aangezien en uitverkoren
om de moeder van dit bijzondere nieuwe leven te zijn.
Een Mensenzoon, die Zoon van God genoemd zal worden.
God zag naar jou om…………………….
Niet om één of andere goede menselijke eigenschap,
niet om je vroomheid,
maar omdat God in zijn goedheid kiest voor het kleine, het onaanzienlijke.
Omdat God de geringe liefheeft en die groot wil maken.
Maria, wat is dat toch met die vreemde God van jullie?
Een God die het verlorene zoekt!
Daarvan heb jij weet,
samen met al die profeten in de geschiedenis van jouw volk die je voorgingen,…… en met hen profeteer je mee –
over een wereld waarin het zo anders toegaat.......
In je lied zet je de wereld op z’n kop.
Nu ben je niet langer een eenvoudig en deemoedig meisje,
maar een trotse, zelfverzekerde en hartstochtelijke vrouw.
Aangeraakt door de Heilige Geest, raak je in vervoering.
En zo zeker als je bent van je zwangerschap,
zo zeker ben je ervan dat wat je zo vurig hoopt de werkelijkheid is.
dat God de kleinen aanziet;
dat de trotsen en meedogenlozen uiteen worden geslagen;
dat dictators van de troon worden gestoten;
dat hongerigen worden overladen met geschenken;
dat rijken met lege handen naar huis worden gezonden.
Maria, je zong, alsof je de nieuwe aarde reeds zag onder de nieuwe hemel.
Zo zongen ook de profeten voor jou –
die net als jij geloofden, hoopten en vertrouwden
dat God deze wereld omkeert.
Dat hij uit onvruchtbaarheid zegen schept,
uit duisternis licht, en uit de dood nieuw leven.
Er moet wel veel op onze aarde recht gezet worden, Maria.
Want er zijn niet alleen grote,
maar ook kleine machthebbers in onze wereld.
Is niet ieder mens op zich een kleine dictator?
En is niet iedereen die streeft naar alleen maar ‘steeds hoger op’, hoogmoedig?
Maar jij leert ,
dat een mens groot kan zijn in zijn eenvoud en kleinheid.
Dat is waar God een welbehagen in heeft.
Jij laat God groot-worden in jou,
zonder daardoor zelf hoogmoedig te worden.
Samen met zovelen uit jouw volk, Maria,
zing je tegen de verdrukking in.
Houd je de hoop levend en de verwachting gaande;
prijs je God boven jezelf uit.
Wat kunnen wij veel van jou leren!
Hier en nu, mensen van de 21e eeuw.
Jij bent voor ons een voorbeeld van hoe wij ontvankelijk kunnen leven.
Jij was bereid, jij wilde God dienen ……….. nu wij nog!
Wat zou het mooi zijn als ook wij ons openstellen
voor de wil en de liefde van God;
en zijn woord onder ons laten gebeuren.
‘Ja’ durven zegen tegen wat onmogelijk lijkt.
Wat zou ik graag willen dat wij in onze tijd,
aangestoken door jouw vreugde en blijheid, Kerst zouden vieren.
Dat we samen met jou geloven, hopen en wachten
op die omgekeerde wereld van God.
Jouw lied overnemen en zingen,….
samen met al die mensen op zoveel plaatsen ter wereld,
die hetzelfde verlangen……
Een lied dat is als een gebed om bevrijding,
een bede om een nieuwe aarde, waarvan dit kerstkind het teken is.
Als we hier op aarde eens zo zouden zingen,
totdat gebeurt wàt we zingen……
Zingen totdat het waar is!
Dank je, Maria, dat jij trouw was aan de stem die in je leven klonk……
dat jij God de ruimte gaf zijn heilzaam werk in jou te verrichten.
Gezegend ben je!
Dag Maria, ontvang een liefdevolle groet…….