Economie, lezing ter gelegenheid van het derde lustrum van Leven met de Aarde

De grote verzuiling en het extractivisme en hoe deze twee niet zonder elkaar kunnen

Definitie economie: letterlijk: huishoudkunde is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten. Daarbij maken we onderscheid tussen macro-economie - nationale en wereldwijde economie, zoals werkloosheid, inflatie en rentestanden - en micro-economie - over het gedrag van bedrijven en consumenten.

Economie wordt steeds internationaler. Met de groei van het aantal multinationals en Europese afspraken over handel, geld en economie neemt volgens Klaas van Egmond (trouw 8 juni) ook de discussie over Europese waarden toe. In feite niets nieuws, want rond de 2e Wereldoorlog gebruikten Russen, Engelsen en Amerikanen ook de Duitse oorlog om hun macht in het Midden Oosten te vergroten. Terecht stelt van Egmond dat het met die waarden slecht gaat: wie de grofste beledigingen weet te verzinnen, mag zich kampioen Europese waarden noemen. Het grote verhaal van de normen lijkt verdwenen. Dat verhaal begint bij Aristoteles: het goede als het midden tussen twee kwaden. Wij zien twee tegenstellingen: de horizontale tussen individu en collectief en de verticale tussen geest en materie. In beide tegenstellingen moet een balans zijn om catastrofes te vermijden. En die hebben we gehad; de collectief-geestelijke leer van de ene waarheid met de oproep: “dood aan de ongelovigen” in de middeleeuwen, gevolgd door de renaissance. Maar de verlichting bracht in essentie de nieuwe ene waarheid van het materialisme. Van Egmond zegt: de moraliteit werd niet langer ontleend aan de bijbel maar aan de ratio. Ook andere collectieven zijn ingewisseld door eenzijdig individuele waarden. (communisme) Zo ontaardt Europa voorspelbaar in een materialistisch individualisme. Daarin zien we een obsessie voor het economische, ontkenning van publieke waarden en toe-eigening van publieke kwaliteiten. Zelfs het scheppen van geld is geprivatiseerd, want in handen van een kleine private elite, de banken en de ministers van financiën, die gaan over het grote publieke belang. Dit zijn ontluisterende woorden, maar ik ben het daar mee eens. Tel daarbij de levensgrote tegenstelling tussen de institutionele religie (Islam) met naar buiten toe haar wereldbeeld van de ene geestelijke waarheid, een religie die zich vaak radicaal opstelt tegenover ons individualistische wereldbeeld, bestierd door een kleine elite. Volgens van Egmond moeten we op zoek naar een samenhangend waardenpatroon. Zijn conclusie: We moeten het principiële evenwicht tussen publieke en private verantwoordelijkheid herstellen. Tot zover uit het artikel van Van Egmond.

De krant en tv, voor mij vooral BBC, brengen een niet-econoom heel wat informatie over wat er mis gaat en hoe zaken zich ontwikkelen. Ik beperk me tot enkele knelpunten:

  • Extractivisme
  • Verzuiling

Extractivisme

De opkomst van de Bric-landen (Brazilie, Rusland, India, China en Zuid Afrika) is niet los te zien van de agrarische transformatie, zowel naar binnen als naar buiten. Grote veranderingen in bezit en verpachten van het land, arbeid en manieren van agrarische productie volgen al jaren een model dat men “agro-extractivisme” noemt: BICAS publiceerde onlangs een rapportage. Stukje daaruit:

It refers to extract as much as possible of high-demand resources (be it land, water, minerals, forests, agricultural products, oil reserves, cheap and disciplined labor or others) at lowest cost within shortest period of time.

The center of extractivism is to control flows of commodities through global networks. It abandons one region when the resources have been exhausted (e.g. cheap labor no longer being cheap), and expands into virgin areas through takeovers to ensure direct or indirect access to new resources. Under the umbrella of this model, BRICS countries are exacting themselves, being extracted, and are exacting other countries and regions.

Maar dat gebeurt hier toch niet, zeg je misschien. We weten wel beter. Ik geef maar enkele voorbeelden.

Neem

Grond: Landbouwarealen zijn massaal voor een prikje door lokale overheden aangekocht. Resultaat: 20 % van het areaal aan bedrijfsterreinen staat leeg. Woningcorporaties verkopen op grote schaal huurwoningen en zo is er in de grote stad een enorm tekort aan betaalbare huurwoningen. We halen goedkope boontjes uit Ghana en Tanzania en rozen uit Ethiopië en laten de mensen daar verhongeren.

Arbeid: lees Guy Standing en anderen: het precariaat groeit dagelijks. De woonlasten in de grote steden zijn al jaren te hoog voor vele duizenden die niet zeker zijn van redelijk betaald werk en uitzicht op vast pensioen. Dat geldt niet alleen voor de bekende flexwerkers via uitzendbureaus. Hendrik Gommer, in Trouw 18 mei 2016: de Rijksuniversiteit Groningen heeft sinds 2003 staand beleid dat “docenten in principe niet vast worden aangesteld” (germanisme). Men heeft liever “tenure trackers”, tijdelijke onderzoekers die ook lesgeven en die je dus zo maar aan de kant kunt zetten. Ook deze mensen hebben geen mogelijkheid een hypotheek af of over te sluiten.

Landbouw: Al sinds 1970 gaat de intensivering steeds verder. Minder beschikbare grond moet meer opbrengen en dus wordt er meer mest uitgereden en kunstmest toegevoegd met als resultaat steeds meer grond op steeds meer plekken is dood en de biodiversiteit krijgt zware klappen te verduren. Waarmee onze gezondheid en het leefmilieu bedreigd worden en dus de gezondheidszorg zwaarder belast. Wereldwijd gaat deze ontwikkeling steeds sneller, want de investering moet terugverdiend worden, een self fulfilling prophesy. Tweederde van alle landbouwgrond in de wereld is in acuut gevaar! (Trouw oktober 2015) We halen boontjes uit Tanzania en Ghana (goedkope arbeidskrachten, nauwelijks gezondheidszorg), terwijl de boeren daar door de droogte niets meer kunnen verbouwen.

Met betrekking tot Milieu en klimaat: de kans dat de situatie in de wereld vanzelf beter wordt, is wel erg klein. Het ijs op de Zuidpool smelt veel sneller dan we dachten, ieder jaar breken we warmterecords, de droogte in Afrika is ook weer erger dan ooit. En op onze lijst met prioriteiten komen deze onderwerpen haast nooit voor. We zijn te druk met handelsafspraken en vluchtelingenopvang, schijnbaar niet beseffend dat ze alles met elkaar en met milieu en klimaat te maken hebben.

Verzuiling:

In de jaren 60 hadden we een vrij geordende maatschappij: de overheid kende haar plaats en taakverdeling: landelijk wat algemeen was, zoals taken van de ministeries, regels en wetten als er zaken schortten, ministeries hadden voorspelbare budgetten, provinciaal ging over toepassen van ruimtelijke ordening en toekennen van belangrijke vergunningen en toezien op lokaal bestuur. De kerk bepaalde wat je moest geloven (nog steeds een beetje die ene waarheid) en dat was makkelijk. Daarnaast hadden we de maatschappelijke instellingen, zoals omroepen en gezondheidszorg en de politieke partijen met hun eigen kiezersvolk, gebaseerd op de zuilen die de maatschappij kenmerkten, maar ook verlamden.

Hoe democratisch was ons land toen? De Maagdenhuisbezetting en roerige jaren 70 maakten niet alleen duidelijk dat studenten het gebrek aan medezeggenschap op de universiteit niet accepteerden, maar ook dat vooral jongeren zich niet herkenden in de structuur van de opbouw na de oorlog. Kerkverlating stak de kop op. Ook voelden we het protest opkomen tegen de beginnende uitbuiting van mens en milieu, wereldwijd en in eigen gelederen, die in de wereldeconomie en politieke verhoudingen zich steeds meer boven onze hoofden ging afspelen. Het gevoel werd verwoord door mensen als Roel van Duin met het witte fietsenplan tegen de luchtvervuiling. Engeland deed met grote moeite afstand van haar koloniën, de apartheid in Zuid Afrika en de Amerikaanse bommen op Vietnam waren mikpunten van het volksprotest. De politiek had veel meer tijd nodig het gebrek aan rechtvaardigheid te signaleren. Zo moest het nog tot 1985 duren voor Suriname zelfstandig werd. De oude zuilen remden de ontwikkeling af.

Intussen is er veel veranderd. De zuilen lijken verdwenen. Zo is er een sterke privatiseringsgolf over ons land gegaan. Maar is het ook democratischer geworden? Er zijn nog meer politieke partijen, voor elk wat wils, de medezeggenschap in bedrijven is, op papier, beter geregeld, arbeidsvoorwaarden en loon zijn vaak beter voor elkaar dan toen, ons gemiddelde besteedbaar inkomen is hoger, je kunt de ziektekostenpolis kiezen die bij je past, er is globaal niet echt sprake van woningnood, ons voedsel is goedkoop, we kunnen voor onze vakantie de hele wereld over en dat voor weinig geld (je vliegt voor enkele tientjes naar Spanje of Turkije), dus wat klagen we nog? Ook internationaal lijkt de vooruitgang groot: we hebben Europese normen voor milieuvervuiling en overbevissing, bedrijven werken steeds internationaler en dat is voor werknemers leuk. We hebben dezelfde munt als onze buren (behalve de Britten natuurlijk). Dus de democratie lijkt er op vooruit gegaan. Maar schijn bedriegt. Mijn stelling: mens en milieu hebben steeds minder te vertellen.

Enkele vragen over mensen en geld:

  • Hoe komt het dat minimumverdieners steeds vaker de grote stad verlaten voor een flatje in Almere?
  • Waarom is het krijgen van een vast contract voor een vakman of –vrouw in de thuiszorg of zelfs op de universiteit zo moeilijk?
  • Hoe kan het dat steeds meer dertigers overwerkt raken, ondanks onze geweldige gezondheidszorg?
  • Er is steeds meer flexwerk, een manier om voor weinig geld veel werk te laten doen.
  • Hoeveel miljoenen kost het apparaat wel niet, waarmee de zorgverzekeraars hun polisbeleid voeren en nieuwe contracten en de declaraties met de zorgverleners jaarlijks rond moeten zien te krijgen?
  • En hoeveel miljarden gaan er verloren aan belastingontwijking – door de overheid bewust toegestaan – en belastingontduiking? Dit betekent niet alleen groot maatschappelijk onrecht, maar betekent ook en inperking van de invloed van de burger.

Tegelijk vergroten internationale ondernemers hun macht. Ze betalen winstbelasting waar die het laagst is en sluiten deals met de belastingdienst, kopen miljoenen hectares in Afrika voor gewassen voor biobrandstof en kweken rozen in Ethiopië, terwijl de arbeiders ziek worden en de boeren buiten de poort geen water meer vinden voor hun gewassen. Ja, zo is een bosje rozen nog wel te betalen. Voor een retourtje Easyjet naar Barcelona betaal je geen kerosinebelasting of boete voor je milieuvervuiling: we kunnen onze luxe leefwijze toch niet opofferen voor het milieu?!!, laat de reclame ons weten. Als je van Londen naar Liverpool moet en je hebt niet veel haast, is vliegen naar Düsseldorf en dan naar Liverpool goedkoper dan rechtstreeks met de trein!! Op 25 mei meldt Trouw over de aandeelhoudersvergadering van Shell: dat de resolutie van “Follow This” (Shell moet zich meer richten op hernieuwbare energiebronnen) met bijna Noord-Koreaans aandoende meerderheid werd verworpen. De bestuursvoorzitter van Shell: “de zonne-toptien keert 0 dollar dividend uit, en Shell betaalt zijn aandeelhouders miljarden.” Een beklemmende rem op echte vooruitgang. Ik noem dat verzuiling.

Overheid

Ook dit zijn weer voorbeelden van extractivisme. De ondernemer slaagt er in het maximum rendement uit zijn investering te halen. Maar: dit gaat niet zonder een overheid die de ruimte biedt voor, zelfs actief meewerkt aan deze vormen van misbruik. De overheid geeft die ruimte want dat hoort bij ons beeld van liberaal beleid: de ondernemer moet zijn ding kunnen doen en soms, of vaak, moeten we de nodige voorwaarden creëren zodat er nog meer geld verdiend kan worden. Want dat willen de aandeelhouders. En EZ kan mee verdienen. Onder andere hier zit de obsessie met het economische, de overheid moet geld verdienen. Op deze manier zijn de grote partijen in ons land medeverantwoordelijk voor de grote macht van ondernemers en voor het klein houden van de massa. De overheid doet mee aan extractivisme en wij ontkomen er nauwelijks aan en dat is kwalijk. Maar in onze bestuurs- en besluitvormingscultuur is het voor de politiek ook onmogelijk los te komen van de enorme belangen van bedrijven en aandeelhouders en lokale stakeholders. U hebt vast de verbaasde uitdrukking gezien op het gezicht van van Rey uit Roermond, verbazing dat wij niet begrijpen dat het heel normaal is dat je voor belangrijke posten en klussen je partijkanalen en vriendjes ge(mis)bruikt om te bereiken wat je wil. Dat deze cultuur oneerlijk is en dat je jezelf zo bevoordeelt vergeet hij gemakshalve even.

Het was vrijdag 13 mei 100 jaar geleden dat Frankrijk, Duitsland en Engeland, Noord-Afrika verdeelden, zonder ook maar even rekening te houden met Afrikaanse culturen en gebieden. Weer een markant moment in het grote verdelen en heersen.

Economische Zaken

De verwevenheid en haast ondeelbaar belang van politiek, overheid en bedrijfsleven is in onze maatschappij duidelijk. Hier stuurt de overheid steeds meer zaken aan. Het ministerie van Economische Zaken overheerst een aantal gebieden: ruimtelijke ordening, energie, infrastructuur, landbouw en milieu en, oh ja, economie. “Laat gemeenten maar hun vrijheid nemen landbouwgrond te “ontwikkelen”, dan kan men goedkope grond doorverkopen aan de burger en ondernemer en zelf nog wat winst maken via het grondbedrijf.” Resultaat: een prachtige zuil voor ruimtelijke ordening en infrastructuur, die trouwens voor veel gemeenten een enorme zeepbel werd! Ook bouwt EZ met Tennet en buitenlandse beheerders aan een groot 380-400 KV-net om straks zonne-energie uit Marokko en wind van de Noordzeemolens gecontroleerd aan ons te kunnen doorverkopen. Dit gaat deels uit het crisis- en herstelfonds. Wat zo aan publiek geld de grote energieleveranciers (Nuon, RWE en consorten) aan de praat houdt, kan straks niet uitgegeven worden aan subsidies om met zonnepanelen de eigen energiebehoefte te dekken. EZ verantwoordt dit beleid en zegt: 380 KV is nodig voor de leveringszekerheid. Adviesbureaus (Accenture) geven aan dat, als er veel meer lokaal door burgers wordt opgewekt, het bestaande grote 150 en 380 KV-net sterk genoeg is, maar dat onzeker is of het lokale, kleine net de piekbelastingen aan kan. Dus EZ houdt ons dom, stimuleert ons niet: nee, EZ houdt hier het belang en de inbreng van de burgers aan het lijntje. De overheid als oppermachtige zuil.

De Gelderlander 14 mei 2016: “De Betuwelijn heeft nooit gespoord.” Een paar cijfers: kosten van aanleg 4,7 miljard euro, daarna honderden miljoenen verlies in 9 jaar; slechts kwart van capaciteit wordt gebruikt. Onderzoek TU Delft geeft nauwelijks groei te zien. In 1995 kon het bestaande spoor, met aanpassingen, de jaarlijkse tonnage van aangeboden vracht al aan. Maar Buma en Dijsselbloem dienden in 2003 een motie in: rijksoverheid blijft eigenaar, maar wordt gevrijwaard van exploitatieverliezen. Intussen blijken de onderhoudskosten veel hoger dan verwacht: Tot 2018 moet er 415 miljoen aan uitgegeven worden. (verzakking, betonrot, spoorstaven gaan kort mee, bovenleidingen geven veel storingen: rapport PW Coopers). De burger betaalt. Arnold Heertje over de lijn: krankzinnig! De boodschap is: waar we geld kunnen verdienen, zullen we het niet laten. Het Groningse gas heeft ons veel welvaart geleverd, maar wanneer vergoedt de NAM met EZ de schade op redelijk niveau? Nee, 20.000 schadegevallen op de plank van de expertisebureaus zijn niet door de NAM erkend. Particulieren stellen de NAM voor schades van € 500.000,- aansprakelijk, maar dit bedrijf zegt dat de schade maar € 48.000,- is. Burgers worden voor de gek gehouden en de overheid kent haar plicht niet, maar profiteert mee van het nutsbedrijf. De publieke omroep geeft teveel geld uit, dus hoe kunnen we besparen? Ik vraag me af: kijkt men wel naar het Engelse model en neemt daarvan over wat hier goed past? Nee, men accepteert de controverse: de publieke omroepfiguren schreeuwen om het hardst moord en brand en het gevaar is dat de boel straks flink ingeperkt wordt zonder principiële keuzes ten behoeve van kwaliteit te maken.

Vicieuze cirkel

Politiek en bedrijfsleven (onder andere de geprivatiseerde utiliteitsdiensten) houden elkaar in de houdgreep. Daarbij komt het scala aan landelijke en internationale belangentegenstellingen en problemen: belastingrulings en nieuw beleid, privatisering of nationalisatie (gezondheidszorg Engeland vergeleken met ons land), meer of minder vluchtelingen toelaten, welke afspraken kunnen of willen we met Turkije maken, welk financieel beleid en bankbeleid willen we voor de EU en wat is mogelijk, verdient de City niet teveel, is Nederland nog een rechtsstaat? (want waarom mag Wilders 1,5 jaar grote groepen grieven en is dat vrijheid van meningsuiting?, voordat het OM een proces begint.) Typhoon is staande gehouden, maar Akerboom heeft op het 10 seconden bonnetje van de Londense politie (formuliertje dat 10 sec kost om in te vullen, tot groot nut van burgers en politie) als enig commentaar: liever geen formulieren, maar aanpak aan de voorkant. Alsof deze twee elkaar uitsluiten. Nog zo een: leeftijdsdiscriminatie bij ontslag van de VU.

De maatschappij raakt steeds meer verdeeld: Trouw 25 mei: “Agressie tegen Islam niet gemeld.” Hier blijkt de spanning die van Egmond signaleert. Wat doet deze realiteit met het liberale gedachtengoed? Hoeveel ruimte krijgen de Wilders-fans in dit klimaat? Kortom, er is een sterke tegenstelling aan het ontstaan: de invloed van de politiek op de mening van de Nederlander lijkt steeds kleiner te worden (maar een paar procent is nog lid van een partij), maar de greep van de overheid wordt steeds meer voelbaar op vele gebieden. Tegelijk lijkt de rechtszekerheid steeds zwakker te worden. Zo kun je zonder meer stellen dat er van een nieuw soort verzuiling sprake is. Eén die voor een deel uit de maatschappij komt, maar die ons vooral opgelegd wordt door het integreren van het industrieel complex met een liberale overheid die wel erg eenzijdig toestaat dat ondernemers en aandeelhouders alle ruimte krijgen, maar die geen oog heeft voor rechtvaardige verdeling van middelen en het rechtsgevoel van alle burgers. De veelheid van tegenstrijdige belangen en vastgelegde procedures maken het voor onze overheid haast ondoenlijk wezenlijke veranderingen te realiseren, als men al zou willen. De politiek lijkt gevangen in een vicieuze cirkel.

Oplossingsrichtingen

Uit de vicieuze cirkel komen. Kan de politiek dat? Landelijke en provinciaal/gemeentelijke politiek zijn enerzijds in verschillende politieke blokken verstrengeld, maar tegelijk, gedeeltelijk door de oude verzuiling, totaal uit elkaar gedreven. Ook intern zijn partijen zeer verdeeld. Tegelijk is er vanuit Europa veel verwarring door de druk op vluchtelingenbeleid en het geharrewar om financiën, bankbeleid en schuldenlast. Wat als Groot Brittannië de EU verlaat, waar moet belastingbeleid heen, enz.?

Waar liggen kansen?

Jeremy Rifkin (de derde industriele revolutie) concludeert dat het oude absolutisme van de productiviteit met pensioen kan. Hij laat zien dat er in landen als Spanje en Italië, maar ook Texas door het netwerkdenken veel van de oude tradities aan het verschuiven zijn. Dat geld ook voor de economie daar. Grote projecten van zonne-energie geven een flink stuk blijvende werkgelegenheid en natuurlijk energievoorziening en een boost van de betrokkenheid, zodat de welvaart en welzijn groeien. Daar, zoals in San Antonio (Texas) kan deze ontwikkeling een economische revolutie betekenen. Bij ons ook? (Grote) steden moeten beter in staat zijn de enorme problemen van onze maatschappij om te zetten in grote kansen voor hele regio’s op gezondere en meer duurzame economie, meer rechtvaardigheid bij inkomensverdeling en dus sociale zekerheid, stimuleren van betrokkenheid bij milieu en omgeving, enz. Daarbij zijn netwerken van levensbelang. Utrecht (al bezig met de derde industriële revolutie)en Den Haag zijn op weg energie-onafhankelijk te worden; Doetinchem wil dat in 2030, Ameland is dat nu al;

Bij de stedelijke vernieuwing spelen burgemeesters belangrijke rollen. Kijk eens wat Van Gijzel (ex Eindhoven) schreef, hoe Aboutaleb zeer inspirerend is voor rechtvaardigheidsgevoel van alle burgers; Rotterdam is economisch sterk en ecologisch volop in beweging; Ex-burgemeester Boris Johnson van Londen vanaf 2005 lokale en regionale voedselproductie enorm ontwikkelde en de stad sloot voor de meeste auto’s en de stad zo veel leefbaarder maakte

De steden zullen bij de vernieuwing de duurzame criteria moeten toepassen die overeenkomen met de uitgangspunten van de Stichting Leven met de Aarde. Dat houdt o.a. in: produceer zoveel mogelijk lokaal/regionaal voor de regionale consumptie, maak de stad energieonafhankelijk van het grote net, maak afspraken met alle bedrijven over duurzame energieopwekking, zorg voor sociale beloning, zorg dat besturen alle stakeholders en niet alleen de aandeelhouders als belanghebbenden zien, zorg voor betaalbare huurwoningen en stel dat boven een rijk grondbedrijf, laat de sociale en ecologische waarden prevaleren boven geld verdienen en maximum rendement uit investeringen, enz .

Onvoorwaardelijk basisinkomen: overal zullen we moeten inzien, dat de groep bedreigden toeneemt. Steeds meer mensen afhankelijk van tijdelijk en deeltijdwerk; vaak zijn ze niet in staat pensioen op te bouwen of een hypotheek af te sluiten. Ook hier spelen steden weer een belangrijke rol: van onder af beginnen met de sociale revolutie van een basisinkomen, dat ook een economische en industriële revolutie kan betekenen. Laten we daar voor gaan.