We komen allemaal uit de bodem
We komen allemaal uit de bodem
en gaan allemaal naar de bodem
een kringloop om van te houden
Artikel n.a.v. een lezing in Zeddam, hotel Ruimzicht, voor KNNV/IVN
door Lies Visscher-Endeveld op 21 maart 2017
Het jaar 2015 was het internationale jaar van de bodem. Velen hebben aandacht gevraagd voor de achteruitgang van de vruchtbaarheid van de bodem. Hoe is het nu met onze bodem, in Nederland en daarbuiten?
We weten dat geen enkele bodem hetzelfde is, elk heeft zijn eigen biotische en abiotische factoren, die -als het goed is - perfect bij elkaar passen voor een optimaal leven op die specifieke plek.
Er zijn heel veel "belangen" die bodem claimen. In de jaren voor 2015 is in Nederland alleen al een stuk grond ter grootte van de Wieringermeer onttrokken aan de agrarische sector. Een agrarische sector die zorgt voor de primaire productie. De primaire productie van gewassen, bomen en struiken op het land is de meest efficiënte vorm van vastleggen van energie. Zonne-energie wordt vastgelegd in materie. De natuur zorgt daar - van nature- voor op de meest energetisch-economisch ecologisch gunstige wijze. Al wat mensen doen is - hoe innovatief ook- tenminste minder efficiënt. Daarom is grond onttrekken aan de landbouw het domste wat de mensheid kan doen. Die landbouw zal moeten verduurzamen, door een Agro-ecologische aanpak, zoals Pablo Tittonell die beschrijft.
Pablo Tillonell is een paar jaar hoogleraar geweest in Wageningen. Nu werkzaam in Argentinië. Hij heeft een groot aandeel in de "Voedselanders beweging". Deze streeft naast voedselzekerheid en voedselveiligheid naar voesdelsoevereiniteit (zie http://www.nyelenieurope.net. Als landbouwkundig grondgebruik op een goede manier wordt toegepast voorkomt dit klimaatveranderingen, versterkt het / vergroot het de biodiversiteit en de sociale samenhang in een gemeenschap. De kloof tussen arm en rijk wordt gedicht bij een goede prijs voor een goed product. Supermarkten, grootwinkelbedrijven en voedselverwerkende industrie spelen hierbij een belangrijke rol, die nog niet optimaal wordt gespeeld.
Begin maart hebben medewerkers van de universiteit van Utrecht ( Wim Hoek) de resten van een 13.000 jaar oud dennebos gevonden. Het hout was niet vergaan. Door de minerale samenstelling van het zand, dat de bomen heeft overdekt, was geen leven mogelijk, het hout is niet verteerd. Dit is een voorbeeld van een grond die inert was... Zo lang. Door de snelheid waarmee de bomen zijn overdekt werd geen opname in de biologische cyclus mogelijk. Het zand was gedurende die vele duizenden jaren "dood".
De reden om een internationaal jaar voor de bodem te organiseren is duidelijk: overal op aarde gaat het minder goed met de levende laag die de aarde doet leven: de humus. Ook in Nederland maken wetenschappers en politici zich zorgen om de kwaliteit van de bodem. Wil de vruchtbare kringloop doorgaan tot in vele geslachten na ons, dan zullen we de bodem beter moeten onderhouden, voeden. Er zijn veel initiatieven die ten goede werken voor landgebruik en diversiteit. Kringloopboeren, Bodemboeren, Bloemrijke Akkerranden, het nastreven van nationale landschappen en parken. Maar, er is geen universele regel die voor heel Nederland een herstel van de bodem beoogt, terwijl dit wel nodig is. Het gaat dan om het stoppen van kunstmest-, antibiotica - herbicide en pesticide gebruik. Een afstemmen van mest hoeveelheid per vierkante meter. Kunstmest is een zout, dat zo hydrofoob is dat door het onttrekken van water uit organismen deze worden gedood. Wanneer we inzien dat de bodem een unieke samenstelling van allerlei levende organismen in zich draagt, uit alle phyla van het dierenrijk, maar ook bacteriën, algen, gisten en schimmels, organismen die in een uniek ecosysteem samen leven in onderlinge afhankelijkheid, laten we het wel om ook maar iets aan die bodem te verstoren. Wetenschappers zeggen dat we meer weten over ons heelal en haar gedragingen dan over de bodem en haar gedrag, het samenspel van organismen in dit voor elke plaats steeds weer unieke ecosysteem. Wanneer we planten en alle organismen rustig hun gang laten gaan zou bij geen verstoring een unieke situatie van balans kunnen ontstaan, waar bij de voeding voor planten op de juiste tijd, op de juiste plaats en in de juiste hoeveelheid beschikbaar is; een natuurlijk systeem dat weinig werk energie vraagt.
Gemeenschappelijke, overal erkende criteria voor levend bodemgebruik ontbreken. Een diverse, goede begroeiing zien we bij permacultuur en voedselbossen. In deze vormen wordt de grond niet overmatig zwaar betreden of bewerkt met zware machines. Er vindt dus geen verdichting plaats en de wormen, mollen en andere dieren zijn de natuurlijke ploegers.
Ondanks alle goede bedoelingen wordt de grond gebruikt in een economisch systeem waar geproduceerd wordt tegen de laagste kostprijs, ten koste van. Een boer kan niet boeren zoals hij wil en intuïtief weet wat goed is. Daarom is voedselsoevereiniteit een belangrijk streven. Veel jonge mensen zouden zo willen boeren, maar toegang tot land is niet makkelijk. Grond is vaak veel te duur, net als de intensieve arbeid.
Wil men een status tot geopark verwerven, of nationaal landschap zijn, dan gelden daarbij niet de criteria die kunstmest gebruik uitsluiten, injecteren van mest, antibiotica en pesticiden en herbiciden gebruik sterk beperken of verbieden. Deze manieren van werken zijn allen dodelijk.
Vitale gezonde planten groeien in een levende volle aarde. Deze is luchtig, vocht vasthoudend en doorlatend. Het grondwater wordt makkelijk aangevuld met regenwater, waardoor verzilting wordt voorkomen. In elke grond leeft een systeem van organismen in relatie en afhankelijkheid van elkaar als in een sterrenstelsel in het heelal. Het onderzoek van de relaties en processen in de bodem staat nog maar in de kinderschoenen.
Er zijn veel organisaties en mensen die zich inzetten voor een levende bodem. Toch spreken we allen verschillende talen en is het moeilijk elkaar te begrijpen. We zouden die kunnen verbinden. o.a. door samen te pleiten voor een minister voor agro-ecologie, gezonde voeding en ontwikkelingssamenwerking.
Door wat we kiezen in de winkels kunnen we allemaal meehelpen verantwoordelijkheid dragen voor een levende aarde. De natuur zelf leert ons hoe te handelen en efficiënt te zijn. Wereldovershootday zou weer meer naar het einde van het jaar verplaatst kunnen worden als we gezonder voedsel kopen. Een gezonde bodem is de basis voor ons aller gezondheid.
Inspirerend zijn de documentaires van John D Liu. We zouden zelf meer aandacht kunnen vragen voor een levende bodem in onze eigen regio. We zouden een kennisnetwerk bodem kunnen bouwen waar ieder terecht kan. Daarbij kunnen we zelf belangstelling ontwikkelen om meer actief te zijn voor een levende bodem in eigen regio, bijvoorbeeld de Achterhoek. Dat is goed voor het klimaat, de biodiversiteit, de waterhuishouding en sociale samenhang.
Wilt u meedoen, aanmelden kan bij
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Secretaris Stichting Leven met de Aarde